Apple vs. Opple: Geen duidelijk oordeel

De zaak ontstond toen Opple Lighting Co. het merk ‘OPPLE’ wilde registreren voor marketing- en zakelijke diensten. Apple Inc. verzette zich hiertegen en beriep zich op haar wereldberoemde merk ‘APPLE’.

Volgens het Europese merkenbureau EUIPO was er geen probleem, en paste daarbij de neutralisatieleer toe. Kort uitgelegd houdt deze leer in dat als één merk een direct duidelijk concept oproept (een appel), en het andere merk geen specifieke betekenis heeft, het publiek automatisch onderscheid maakt. Ondanks visuele en fonetische overeenkomsten zag EUIPO daarom geen risico op verwarring.

Het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BOIP) zag het echter anders. Hoewel BOIP erkende dat er visuele en fonetische gelijkenissen waren, paste het de neutralisatieleer niet toe. Volgens BOIP roept het merk ‘APPLE’ namelijk niet alleen de vrucht op, maar ook onmiddellijk één van de beroemdste merken ter wereld. Daardoor ontbreekt een kernvoorwaarde voor de neutralisatieleer: één duidelijke betekenis.

Belangrijker nog: BOIP oordeelde vooral dat Opple Lighting Co. een ongerechtvaardigd voordeel zou trekken uit de sterke reputatie van Apple Inc. Het gaat dus niet eens zozeer om de vraag of er verwarring bestaat.

Deze case toont opnieuw aan dat de toepassing van de neutralisatieleer niet altijd eenduidig is. Of Apple Inc. uiteindelijk gelijk krijgt in haar beroep bij EUIPO, zullen we met aandacht blijven volgen.