Een stadslogo als merk?
Waarom ook overheden hun embleem beter goed beschermen

Steden, gemeenten en andere openbare instellingen gebruiken vaak een herkenbaar embleem of logo. Denk aan een leeuw in een wapenschild of een typisch stadsbeeld. Maar wat als een bedrijf een gelijkaardig beeld wil gebruiken als merk? En hoe kunnen overheden zich hiertegen wapenen?
Volgens het merkenrecht is een merk bedoeld om de commerciële oorsprong van een product of dienst aan te duiden. Om die reden mogen bepaalde symbolen niet zomaar geregistreerd worden als merk. Nationale vlaggen, wapenschilden of tekens van openbaar belang zijn bijvoorbeeld uitgesloten van merkbescherming volgens het Verdrag van Parijs. Dat is logisch: het zou vreemd zijn als een bedrijf exclusieve rechten zou kunnen claimen op bijvoorbeeld het Zweedse wapenschild.
Of een land ook kan genieten van bijkomende merkenrechtelijke bescherming, is nog even afwachten op de goedkeuring van de recente aanvraag door Zweden. Momenteel wordt namelijk de aanvraag voor hun merk “Sweden” behandeld. Voor andere instellingen is het echter wel van belang om hun naam of beeldmerk extra te beschermen via een merkregistratie, gezien zij niet per definitie onder de uitzondering vallen. Publieke instellingen hebben namelijk ook belang hebben bij een stevige merkstrategie.
In 2022 probeerde het Luxemburgse bedrijf BMB Ressources, in de handel gekend als Promanté -producent in industriële lijmen en onderhoudsproducten- een nieuw beeldmerk te registreren. Hun ontwerp lijkt sterk op de leeuw die de stad Luxemburg al sinds 1998 als symbool gebruikt — en ook als merk had geregistreerd. De stad diende dan ook oppositie in bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BOIP).
Beide leeuwen waren volgens het BOIP visueel sterk gelijkend. Maar bij een merkgeschil gaat het niet alleen om gelijkenissen in beeld. Ook de producten of diensten waarvoor het merk geregistreerd is, spelen een rol. Die moeten (deels) overeenkomen, gelijkaardig zijn of op elkaar aansluiten. In dit geval overlapten de merken slechts in twee klassen, maar de stad Luxemburg probeerde ook te bewijzen dat de overige klassen van Promanté aanleunden tegen die van hen.
Daarnaast claimde Luxemburg dat hun merk algemeen bekend was, en dus extra bescherming verdiende — maar het aangeleverde bewijs was daarvoor te mager. Niet onbegrijpelijk gezien de drempel voor bekendheid zeer hoog ligt.
Uiteindelijk gaf het BOIP Luxemburg voor een deel gelijk: door hun bescherming voor ‘materialen voor kunstenaars’, kon Promanté zijn merk niet registreren voor verven en aanverwanten. Hoewel niet in dezelfde klasse, werden deze namelijk als sterk overeenstemmend gezien. Voor de overige producten bleef het merk van Promanté wel geldig. Of dit ook zo blijft is nog afwachten gezien er reeds beroep is aangetekend tegen de beslissing.
Lees meer hier meer over Brand Twins en hoe ze naast elkaar kunnen bestaan. Daarin wordt o.a. verklaard hoe Lotus (koekjes), Lotus (wagens), en Lotus (toiletpapier) in harmonie samenleven.
Opvallend: Promanté gebruikte het logo met de leeuw al vijftien jaar in de praktijk, en had het zelfs in 2009 laten registreren in combinatie met hun merknaam. Dat brengt een extra nuance met zich mee. Want wie jarenlang toekijkt zonder bezwaar, geeft daarmee impliciet toe dat het gebruik geen probleem vormt. Snel reageren is dus een must.
Deze case toont aan hoe belangrijk het is dat overheden hun emblemen, logo’s en merknamen niet alleen laten registreren, maar ook actief opvolgen en beschermen. Alleen zo voorkom je verwarring, reputatieschade of ongewenste associaties.
Bij Remarkable helpen we overheden en publieke instellingen dagelijks met het slim beheren van hun merken. Heb je vragen over hoe je jouw beeldmerk het best beschermt? We denken graag met je mee.